Je huis van buiten tot binnen beveiligd

Na een lange dag wil je niet alleen op een comfortabele plek thuiskomen, je wilt ook het gevoel hebben dat het helemaal jouw plekje is – en dat je er veilig bent voor alles wat er ook maar in de buitenwereld speelt. Dat moet niet alleen een kwestie van gevoel zijn; je huis moet ook écht goed beveiligd zijn tegen indringers. Daarom is het belangrijk om de verschillende toegangspunten van je huis te kunnen vergrendelen op die momenten dat jij er niet bent. 

In deze blogpost bespreken we de verschillende verdedigingslinies die jij mogelijk rondom je huis hebt en geven we suggesties voor opties om die punten extra goed te beveiligen.

De eerste linie: je buitenpoort

Als je een huis met een omheind erf hebt, kun je het met een afsluitbare poort al een stukje moeilijker maken voor inbrekers om binnen te komen. Of het nu gaat om een hoge metalen poort of juist een sierlijke houten toegangspoort, alle beetjes helpen – zolang je tenminste een goed slot hebt. 

Vroeger hadden poortsloten er nog weleens een handje van om niet goed af te sluiten. Dan had je net de poort achter je dicht gedaan, waarna die piepend en krakend weer openschoof. Dat is niet nodig! Sowieso is een officieel poortslot met sleutel een goede oplossing voor een probleem, maar met een geavanceerd magneetslot maak je hier voorgoed een einde aan. Zo’n slot vergrendelt automatisch bij het sluiten en wil dan niet meer open, tenzij je over het ontgrendelingsmechanisme beschikt. Ook heel handig voor garagedeuren, om je waardevolle auto te beschermen!

De tweede linie: je voordeur

Wanneer inbrekers eenmaal op je erf zijn, is je voordeur de meest voor de hand liggende toegangsweg. Waarom zouden ze ook proberen om langs een andere weg binnen te komen als de voordeur toch open is? Daarom is de voordeur hét punt dat iedere bewoner wil beveiligen, of je nu wel of geen eerste beveiligingslinie in de vorm van een buitenpoort hebt.

Voor je voordeur is het in ieder geval belangrijk om te kiezen voor hoogwaardige cilindersloten met anti-kerntrekbeveiliging. Deze sloten zijn verkrijgbaar in verschillende beveiligingsniveaus en kunnen niet zomaar met normale inbraakgereedschappen worden gesloopt. Vervolgens kun je ook een deadbolt installeren of je deur van binnenuit vergrendelen met een schuif- of kettingslot. Door het inbreken zo tijdrovend mogelijk te maken, weet je wel bijna zeker dat geen inbreker het gaat proberen!

De derde linie: je ramen

Wanneer inbrekers ontdekken dat ze via de voordeur geen schijn van kans maken, kunnen ze vaak nog maar één ding proberen: je ramen. Wat je ook vaak in het nieuws ziet, eigenlijk is een raam ingooien heel ongebruikelijk. Dit gebeurt vaker bij winkelpanden, op zeer rustige of juist lawaaiige plekken. Als jij in een normale woonwijk woont, zal een inbreker eerder kijken of er ergens een raam is dat op een kiertje staat en daarlangs naar binnen glippen.

Natuurlijk moet je huis soms luchten, maar dat betekent niet dat je je ramen op andere momenten niet beter goed kunt vergrendelen. Doe vooral ’s nachts, of als je zelf niet thuis bent, je ramen op slot. Dat kan door middel van speciale raamsloten, zoals glijdende grendels, hendelsloten of magneetsloten, maar ook met behulp van beveiligingsfilm. Dit plak je over het raam heen om het glas te versterken, zodat het nog moeilijker in te slaan wordt. Heb je een ruitje naast je voordeur, maak dat dan je eerste zorg. Vervolgens mag de rest van de ramen in je huis wel wat aandacht krijgen.

Share