Hoe je legionella watermonsters kunt nemen en analyseren?

Volgens het Drinkwaterbesluit moeten sommige bedrijven, organisaties en instellingen beheersmaatregelen nemen om legionellabesmetting te voorkomen. Een van die maatregelen is het nemen van watermonsters, oftewel, de legionella monstername. Hoe kun je deze watermonsters eigenlijk nemen? En hoe worden ze geanalyseerd? 

Watermonsters nemen

Watermonsters nemen

kunnen eigenaren van waterinstallaties niet zelf. Daar is een deskundige voor nodig. Volgens de wet moet dit een laboratorium zijn. Een medewerker komt dan langs om watermonsters te nemen. Via een watermonster kan worden ontdekt hoeveel legionella binnen een systeem aanwezig is. Als het percentage te hoog is, moet de eigenaar van de installatie maatregelen nemen om de percentages binnen de wettelijk toegestane hoeveelheid in te dammen.

Een laboratorium neemt een monster en laat er een analyse op los. Daar blijkt dan uit of de (drink)waterinstallatie is goedgekeurd, of dat er aanpassingen moeten worden gemaakt. In het laboratorium worden de aangetroffen waardes bepaald. Op die manier is duidelijk of de installatie veilig kan worden gebruikt.

Legionella is een groot risico voor het water. Wanneer er te veel legionella in het water zit, kunnen mensen daar ziek van worden. Dat uit zich in griepachtige verschijnselen. Ontaardt dat in een longontsteking, dan kan men zelfs de veteranenziekte oplopen. In zeer ernstige gevallen kan dat de dood tot gevolg hebben.

Analyse van watermonsters

Meestal gebeurt een analyse van een watermonster met een biologische kweekmethode. Daarbij filtreert de onderzoeker het watermonster. Wat achterblijft op het filter, wordt uitgezet op een kweekplaats en in de broedstoof gezet. Daar groeien bacteriën op. Na ongeveer 8 dagen telt de onderzoeker hoeveel koloniën zich op de kweekplaat hebben gevormd. Dat geeft aan of er sprake is van een legionellabesmetting.

Blijkt dat het water besmet is? Dan informeert de laborant je over de acties die je kunt nemen. Als er een overschrijding van meer dan 1000 kve per liter is, moet dat ook worden gemeld aan de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). De eigenaar van de installatie moet deze melding zelf doen.

Ook aandacht voor de luchtkwaliteit

Wie er zeker van wil zijn dat zijn locatie zo gezond mogelijk is, kan naast watermonsters ook de luchtkwaliteit meten. Bij zo’n meting meet een inspecteur op een objectieve manier hoe het met de lucht gesteld is. Zo wordt onder meer stikstof, fijnstof en rookgas gemeten. Een gezond binnenklimaat is een groot voordeel voor iedereen die in een gebouw aanwezig is.

Een slechte luchtkwaliteit kan leiden tot luchtwegproblemen, hoofdpijn en zelfs migraine. Ook duizeligheid of lusteloosheid kunnen problemen vormen vanwege de luchtkwaliteit. Daarom is het zaak om van zowel de waterkwaliteit als luchtkwaliteit werk te maken.

Share